Kunst des Fechtens: indeling en examengraden
Voor examinering en algemene kennis van de krijgskunst volgens meester Lichtenauer, zoals verklaard door meester Ringeck.
Hierin is de basis van de krijgskunst verdeeld in 4 graden, vormgegeven in moderne opbouw.
Dit werk is bedoeld als handleiding voor beginnende studenten die zich de leer van Lichtenauer willen eigen maken, maar ook als overzicht voor ervaren studenten of instructeurs van de Zwaardkring. Als laatste kan het ook worden gebruikt als handleiding voor studenten die examens willen afleggen of instructeurs die examens willen afnemen.
De leer van Lichtenauer
De Kunst des Fechtens wordt in het begin van het merkvers van Lichtenauer opgesomd en vervolgens is er per techniek 1 alinea uitleg.
Hoewel de opsomming van technieken aan het begin van het vers en de alinea’s uitleg zelf niet precies overeenkomen kun je ze samenvoegen tot de volgende 17 kerntechnieken:
- Zornhau
- Krumphau
- Zwerchhau
- Schielhauw
- Scheitelhau
- 4 Leger hoede
- 4 Verzetsen
- Nachreisen
- Uberlaufen
- Abzetsen
- Durchwechselen
- Zucken
- Durchlaufen
- Abschneiden
- Hande Drucken
- Zwei Hengen
- Winden
De vorming van het examenprogramma
Deze 17 zaken kunnen worden gezien als de absolute basis van de Kunst des Fechtens. Alle andere technieken en termen zijn toevoegingen of uitwijding van deze kern. Meester Ringeck heeft in de 15de eeuw dit merkvers zin voor zin uitgelegd. Hij benoemt zelf dat er 17 technieken zijn maar komt in zijn beschrijvingen van het merkvers met een aantal aanvullende technieken en voegt meer basisbeginselen toe. Dit breidt de leer uit tot 36 technieken.
Deze 35 technieken zijn in dit examenprogramma opgenomen en geordend in 4 graden met een duidelijke en logische samenhang. Dit houden wij bij de zwaardkring als basis voor de Middeleeuwse krijgskunst, De Kunst des Fechtens. Het is dus in feite de Krijgskunst van Meester Lichtenauer, volgens Ringeck.
Ringeck en veel andere vechtmeesters en beoefenaars van deze kunst, voor en na hem, halen Meester Lichtenauer aan als de oorsprong van deze kunst. En wij voegen ons daar bij. Veel meesters na Lichtenauer voegen toe aan de leer, veranderen benamingen of betekenis van benamingen en het zal bij sommige technieken en hun correcte uitvoering afhangen welke vechtmeester je wilt volgen. Het was een levende kunst en er werden na verloop van tijd aanpassingen en toevoegingen aan gemaakt. Wij beperken ons bij het examenprogramma hoofdzakelijk tot de leer van meester Ringeck.
De wijze waarop de leerstof wordt gebracht heeft een andere opbouw en structurering dan de middeleeuwse manuscripten.
Dit heeft als voornaamste reden dat wij er tegenwoordig een andere manier van leren en studeren op na houden. Er zijn dus wijzigingen gemaakt in de volgorde of belang van technieken en principes om te waarborgen dat de moderne student de leerstof op een voor moderne maatstaven logische en overzichtelijke en thematische wijze tot zich kan nemen. de vier hoofdthema's vormen de vier basisgraden als volgt:
- Basishoudingen en bewegingen.
- Werken vanuit een binding / initiatief behouden
- Meesterslagen / initiatief nemen
- Worstelen binnen het zwaardvechten
Elke graad heeft technieken en legt nadruk op basisprincipes. de indeling is als volgt
Basistechnieken Kunst des Fechtens
De 17 basistechnieken zijn dik gedrukt de overige zijn de volgens ons essentiele aanvullingen of variaties
Basis graad 1: Basishoudingen en bewegingen
1. De 4 Leger/ hut / hoedde (basis houdingen/ posities)
2. De 3 basisslagen
3. Anzetsen
4. Absetsen
5. Zwei Hengen
6. Drei wunder
7. Nachreisen
Basis graad 2: Werken vanuit een binding / initiatief behouden
8 Winden
9 Mutieren
10 Duplieren
11 Ausser abnehmen
12 Zucken
13 Abnehmen
14 Schnappen
15 Durchwechselen
Basis graad 3: Meesterslagen / initiatief nemen
16 Zohrnhau
17 Krumphau
18 Zwerchhau
19 Schielhau
20 Scheitelhauw
21 4 Verzetsen
22 Uberlaufen
23 Schrankhut, Nebenhut, Langenort
24 Sprechfenster
25 Das Redel
26 Fehler
27 Wechselhau
Basis graad 4: Worstelen binnen het zwaardvechten
28. Zufechten
29. Durchlaufen
30. Ringen am Schwert
31. Henden trucken
32. Abschneiden
33. Kron (hut)
34. Verkehrer
35. Schwert nehmen
36. Halbschwert
Daarnaast zijn er nog zaken als:
- Indeling en benaming van delen van het zwaard
- Indeling en benaming van doelen / openingen tegenstander
- Benamingen voor tijd/momentum
- Benamingen voor afstanden in het gevecht
- Verschillende slagtechnieken
- Houding en voetenwerk.